Overige fiscale maatregelen 2020
- Voorgesteld wordt dat per 1 juli 2020 de WLTP CO2 uitstoot de heffingsgrondslag van de BPM wordt. Wanneer deze aanpassingen in het onderhavige wetsvoorstel toch leiden tot een verhoging van de bpm, komt er overgangsrecht. Er kan dan, onder de in art. 16a Wet BPM 1992 beschreven voorwaarden, tot 2 maanden na inwerkingtreding van de wet, aanspraak worden gemaakt op de Wet BPM 1992 zoals deze gold voor de tariefsaanpassing. Voor auto’s die op of na 1 juli 2020 voor het eerst in Nederland worden geregistreerd, waarvan de CO2-uitstoot uitsluitend is vastgesteld conform de NEDC-testmethode, en voor de heffing van de bpm als nieuwe auto worden aangemerkt, geldt de Wet BPM 1992 zoals deze luidde op 30 juni 2020.
- Benzineauto met compressieontsteking wordt uitgezonderd van dieseltoeslag in de bpm. Het wetsvoorstel bevat een maatregel die voorkomt dat de huidige dieseltoeslag ook gaat gelden in geval van benzinemotoren met een compressieontsteking.
- Aanpassen van de fijnstoftoeslag. Voor bepaalde dieselauto’s wordt de fijnstofnorm uitgedrukt in milligram per kilowattuur (mg/kWh). Dat is niet om te rekenen in mg/km. Voorstel is daarom een fijnstofnorm van 10 mg/kWh, de Euronorm VI-emissiegrenswaarde. Aan deze norm wordt in ieder geval voldaan als de dieselauto een af-fabriek roetfilter heeft. Het leeftijdscriterium van de fijnstoftoeslag bij dieselpersonenauto’s wordt in dit wetsvoorstel geschrapt. Van dieselpersonenauto’s die zijn toegelaten na 1 september 2009 en waarvan geen fijnstofuitstoot is geregistreerd wordt de fijnstootuitstoot geacht lager zijn dan de 5 mg/km waardoor deze voertuigen blijven buiten de heffing. Om het ontgaan van heffing te voorkomen door het verwijderen van het af-fabriek roetfilter wordt voorgesteld om in dat geval te veronderstellen dat de fijnstofnorm wordt overschreden. Tegenbewijs leveren is mogelijk. Inwerkingtreding van de wijziging geschiedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord
Klimaatakkoord – mobiliteit
Het kabinet wil de fiscale stimulering van emissievrije auto’s met stapsgewijze aanpassingen doorzetten tot en met 2025. Daarnaast zal het kabinet onderzoek doen naar en waar mogelijk al voorbereidingen treffen voor een ander systeem van autobelastingen gericht op het betalen naar gebruik na 2025.
Accijns
Ter dekking van de aan de stimulering van emissievrij rijden verbonden kosten is geen sprake van lastenverhoging op bezit voor de fossiele rijder. Wel zal de accijns op diesel per 2021 en wederom per 2023 worden verhoogd met 1 cent per liter.
Bijtelling
De huidige korting op de bijtelling zal ook na 2020 voor nieuwe elektrische auto’s van de zaak worden gecontinueerd. Wel zal deze korting op de bijtelling in stappen worden afgebouwd tot uiteindelijk nul vanaf 1 januari 2026. De zogenoemde cap, zijnde het deel van de catalogusprijs waarop de korting van thans 18%-punt van toepassing is, wordt op grond van de voorgestelde wijzigingen in 2021 verlaagd tot € 40.000 en daarna niet meer aangepast. Met ingang van 1 januari 2026 verliest de cap zijn belang.
Het kabinet stelt voor met ingang van 1 januari 2020 de huidige korting van 18%-punt te verlagen tot 14%-punt en tegelijkertijd de cap te verlagen tot € 45.000 waardoor in 2020 de korting maximaal € 6300 bedraagt. De kortingen op de bijtelling en de daarin genoemde cap’s blijven voor auto’s met een in dat jaar gelegen datum van eerste toelating van toepassing gedurende 60 maanden na de eerste dag van de maand volgend op die datum van eerste toelating. De cap is niet van toepassing op auto’s met een motor die kan worden gevoed met waterstof. Voor die auto’s is de korting op de bijtelling niet gemaximeerd.
BPM en MRB
Het nihiltarief in de BPM voor emissievrije auto’s wordt verlengd tot en met 2024. Vanaf 2025 geldt voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer de vaste voet van € 360 (prijzen 2019) in de BPM.
Het nihiltarief in de MRB voor een personenauto met een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer wordt ook verlengd tot en met 2024. In 2025 betaalt men voor deze personenauto’s 25% van het dan geldende reguliere MRB-tarief. Vanaf 2026 betaalt men voor deze personenauto’s 100% van het reguliere MRB-tarief. Deze wijziging geldt niet alleen voor personenauto’s, maar ook voor bestelauto’s, motorrijwielen, vrachtauto’s, rijdende winkels, autobussen en buitenlandse motorrijtuigen.
Bestelauto’s van ondernemers hebben voor de MRB een verlaagd tarief. In de periode 2021 tot en met 2024 zullen deze tarieven jaarlijks gemiddeld stijgen met € 24 (op jaarbasis). In 2025 wordt het tarief verlaagd met gemiddeld € 24 (op jaarbasis).
Het voor de MRB geldende halftarief voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 0 maar niet meer dan 50 gram per kilometer wordt verlengd tot en met 2024. In 2025 wordt dit halftarief omgezet in een driekwarttarief, waarna per 2026 het volledige tarief gaat gelden.
De huidige correctiefactor voor de massa van Plug-in Hybride Elektrische Voertuigen (PhEV’s) voor bestelauto’s wordt verlengd tot en met 2025.
Bron: Taxlive